# 2018 januari examen 1. chromatogram ionchromatografie gegeven : uitleggen waarom bv. Chloride eerder elueert dan sulfaat 2. Uitleggen hoe men er voor kan zorgen dat het staalvolume steeds bv. 50µl of 100µl is + tekenen 3. Verband geven tussen samenstelling stationaire & mobiele fase bij ionchromatografie 4. 2 veelgebruikte detectiemethoden geven bij HPLC (niet massaspectrofotometrie) 5. verschil tussen AAS & fluorimetrie (basisprincipe, blokschema's, onderdelen golflengteselectie, lichtbron, detector ,welke stoffen men kan analyseren & ijklijnen 6. Ag/AgCl referentielektrode ( reactie, uitdrukking potentiaal, werking, schets) 7. waarom een dubbel junctie Ag/AgCl elektrode (uitleggen, tekenen & wanneer wordt deze gebruikt) 8. invuloefening i.v.m. indeling van chromatografie 9. invuloefening i.v.m. RPLC (n-hexaan + azijnzuur over RPLC kolom, welke komt er het eerst uit & hoe noemt het veranderen van MF tijdens scheiding) 10. kan vlamfotometrie gebruikt worden voor analyse van veel of weinig atomen (+ variant geven en de meerwaarde hiervan neerschrijven) 11. blokschema Massaspectrofotometer aanvullen (+ voorbeeld geven van ionenseperator) 12. Moederpiek uitleggen a.d.h.v. een concreet voorbeeld 13. FBT: vraag farmacopee: leg DLC uit & bepaal X