Kwaliteitszorg

2013 januari examen

Examen begint met gesloten boek gedeelte:

1. Verklaar het begrip non-conformiteit


2. Leg de PDCA-cyclus uit (het Demingwiel).


3. Geef de volledige namen van de volgende afkortingen en leg de functie uit.

A) FAGG

B) WIV

C) REACH


4. Geef een voorbeeld van Kaizen en een voorbeeld van Poka‐Yoke (waarschuwende en corrigerende).


5. Bespreek niveau 4 van het EFQM-model.


6. Op welke laboratoria zijn de volgende ISO-normen van toepassing?

A) ISO17025

B) ISO15189


7. Welke parameters worden er bij validatie gebruikt en leg deze parameters uit.

 

Openboek gedeelte:

1. Hiervoor mag je je thuisvoorbereiding bijvoegen.

A) Schrijf je doelstellingen voor de januari-examens SMART uit met max 4 subdoelstellingen.

B) Maak een mijlpalenplan voor je januari‐examens en verwerk hierin het project, de doelstelling met subdoelstellingen, het eigenlijke mijlpalenplan. Voeg ook een evaluatie toe ( wat viel mee?, wat valt tegen?, hoe stuur je bij.) Schrijf ongeveer 1 ½ pagina.

C) Schrijf een SWOT‐analyse over je eigen functioneren tijdens de januari‐examens. Inclusief de vakantie voorafgaand aan de examens.


2. Je krijgt een verhaal te lezen over Elise, een collega met wie je een goede collegiale relatie hebt. Sinds kort drijft ze de spot met je tijdens vergaderingen en dergelijke. Wanneer je van haar vriendin Marleen te horen krijgt dat Elise denkt dat jij roddels verspreid hebt over haar, besluit je met Elise te gaan praten. Wat ga je zeggen?


3. Iets over GMP... Vergeten wat juist, alleen dat je 4 of 5 dingen moest opsommen.


4. Wat is GLP en waarom wordt het toegepast?


5. Je krijgt een tabelletje met gegevens over 2 processen (gemiddelde, standaarddeviatie, Cp en Cpk). Wat kan je hieruit besluiten?


6. Je krijgt een grafiek met op de Y-as metingen van een nieuw toestel en op de X-as dezelfde metingen van een oud toestel. Wat kan je hieruit besluiten? Hoe groot zijn de afwijkingen?