# 2017 januari examen **Mycologie** 1. Wat betekent heterotroof? 2. Uit wat bestaat de celwand van een schimmel? 3. Leg uit: zoƶfiele, geofiele, antropofiele dermatofytosen. Waarom is dit belangrijk? 4. Bij welke schimmelinfecties wordt de antigeentest gebruikt? Wat wordt er opgespoord? 5. Juist/fout + uitleg. 6. Mucormycosis, pathogenese en ziektebeelden uitleggen 7. Genitale schimmelinfectie, uitleggen: risicofactoren, symptomen, laboratoriumdiagnose, welke schimmel? 8. Welke pathologie herken je op de foto's? Welke schimmel veroorzaakt dit? **Virologie** 1. Aanvullen virus voor: ds RNA (circulair), (+)ss RNA, ds DNA (circulair) 2. Transmissie van hepatitisvirussen + Vbn. 3. Verschil tussen aerosolbesmetting en contactbesmetting + Vbn. 4. Welke 2 vaccins voor rotavirus? Dosissen, stam(men), en toedieningswijze? 5. Welk virus veroorzaakt bij kinderen bronchiolitis? Laboratoriumdiagnose? 6. Juist/fout antwoorden (met giscorrectie)