2020 samenvatting - Lars Lemmens

Met dank aan de Github van Martijn en natuurlijk Lars Lemmens

Alle afbeeldingen staan in de powerpoint!

Hoofdstuk 1

1.1 Protocollen

Schematische voorstelling HTTP-berichten: (figuur 1.1)

1.2 Protocollagen

Bovenste laag = applicatielaag Communicatieboodschappen uitgewisseld tussen toepassingen die gebruik maken van netwerk → applicatieboodschappen direct gevolg van interactie tussen applicatie & gebruiker
Onderste laag = Fysieke verstuurt de bitrij op het netwerk en zet ontvangen signalen van het fysieke communicatiemedium om in een bitrij.

1.3 TCP/IP

1.3.1 TCP/IP toepassingen

1.4 TCP/IP-model van de tussenlagen

Applicatielaag ( HTTP, FTP) Besturingssysteem met netwerktoepassingen
Presentatielaag (SSL, SSH) Heeft betrekking op afspraken voor het coderen en decoderen van gegevens voor de toepassingslaag
Sessielaag (Winsock, Sockets) Heeft betrekking op de communicatie tussen tweetoepassingsprocessen
Transportlaag (TCP, UDP) Heeft betrekking op afspraken om een pakket zonder fouten van bron naar eindbestemming te sturen, maar op een hoger niveau dan de datalink-laag (er kunnen meerdere tussenstations zijn & omdat pakketten kunnen opgesplitst worden)
Netwerklaag (IP, ICMP) Heeft betrekking op het transport, de adressering en de routering van pakkettendoorheenhetnetwerkalsookophetopzettenvaneenroutevanbronnaar eindbestemming, nadat beide adressen fysiek bepaald zijn als fysischeadressen
Datalink-laag (Ethernet, PPP) Heeft betrekking op de datatransmissie en afspraken om fouten te corrigeren, of te melden. Ook de afspraken over de wijze waarop bits in pakketjes gebundeldenweeruitgepaktworden,afsprakenoverdewijzewaaropdehandshaking gebeurt.
Fysieke (Coax, Fiber) heeftbetrekkingopalleswatnodigisomdedatafysiekovereennetwerk te transporteren, inclusief de bekabelingsmethodes, maar niet de bekabelingzelf.

1.6 TCP/IP-model versus OSI-referentiemodel

OSI-model (theoretisch mode) TCP/IP-model (reëel model)
Toepassingslaag Toepassingslaag
Presentatielaag  

| | Sessielaag | | | Transportlaag | Transportlaag | | Netwerklaag | Internetlaag | | Datalink-laag | Datalink-laag | | Fysieke laag | Fysieke laag |

HOOFDSTUK 2: Datalinklaag: Netwerken en LANs

2.1 Terminologie: Link, node, netwerk, PDU

2.2 Diensten van de datalinklaag

Primaire functie in datalinklaag → ervoor zorgen dat de data over een gemeenschappelijke link uitgewisseld wordt.

Frame bevat:

2.3 Implementatie van de datalinklaag

Datalinklaag →

2.4 Multiple-accesslinks en -protocollen

Types LAN: Ethernet, token bus, tokenring,… Ethernet = meestgebruikt

2.5 Ethernet: fysiek

2.6 Ethernet frames

2.7 Ethernet a.k.a CSMA/CD

Nog botsingen mogelijk bv:

2.8 Snelheid

ALS

DAN

2.9 Switch

SWITCH ( geschakeld Ethernet)

2.9.1 Virtuele Switch (VLAN)

2.10 Soorten Ethernet

2.10.1 Fast Ethernet

2.10.2 Gigabit Ethernet

2.11 Gesctructureerde bekabeling

2.11.1 Fysieke structuur

2.11.2 Hiërarchische structuur

2.12 Brug

2.13 Frametypes

2.14 Fysieke voorstelling bits

2.14.1 Frametypes

Non return to zero of NRZ  Bits worden voorgesteld door gebruik van 2spanningsniveaus: (0 Volt) =0 & (5 Volt) =1 Bitrij 1001110101 →

2.14.2 Manchester coding

Hoofdstuk 3 Internet Protocol ( IP)

3.1 IPv4-adressen

3.2 IP-pakket

3.3 ARP

3.4 Subnetten & VLSM

3.5 Router

3.5.1 Verbinden van netwerken

3.6 IP routering

3.7 ICMP

3.8 DHCP

3.9 IPv6

3.9.1 Adresnotatie

3.9.2 IPv6-hoofding

3.9.3 Fragmentatie

IPv6 adressen toekennen

3.9.4 IPv6 subnetten

3.9.5 Soorten IPv6 adressen en bereik

3.9.6 Configuratie van global unicast adres

3.9.7 Configuratie van link lokal adres

3.9.7 Multicast IPv6 adressen

IPv6 Multicast hebben prefix FF00::/8

Twee types multicast adressen →

3.9.8 IPv4 en IPv6 samen

EXTRA:

Hoofdstuk 4: transportlaag

4.1 Diensten die de transportlaag levert

User Datagram** Protocol.**

4.2 UDP (User Datagram Protocol)

4.3 TCP

  1. Een programma levert bytes aan TCP-module
  2. Module regelt TCP-segmentatiestroom (flow control)
  3. TCP-module neemt datastroom van gebruikersproces
  4. Deelt datastroom in blokken
  5. Verstuurt elk blok appart in een IP-datagram of pakket

! TCP-module bepaalt de segmentatiestroom en hoe groot de datablokken mogen zijn

! TCP-verbinding is een bytestroom en geen berichtenstroom

→ TCP-module weet niet wat die bytes betekenen

! UDP heeft geen verbinding, maar TCP wel (virtueel circuit)

TCP-verbinding = tussen 2 eindpunten → socket → socketadres

Bv. [(192.18.16.7, 317);(180.17.126.5, 25)]

! Socket kan door verschillende verbindingen op zelfde moment gebruikt worden

4.3.1) Het TCP protocol

TCP = betrouwbaar:

! Als een segment correct, maar voor zijn beurt aankomt kunnen we niet checken of deze juist is. Bevestiging is byte en niet segment gerelateerd

! Als er fout is → geen bevestiging → segment opnieuw versturen na voorafgelegde tijd → RTT (round trip time) = tijd dat nodig is voor segment van zender naar ontvanger en een bevesteging van ontvanger naar zender te sturen

(Hoe belaster het netwerk hoe groter RTT)

(zie cursus p77)

Normaal beëindigen (omdat full duplex → gezien als 2 simplex verbindingen)

  1. TCP-module (A) na sluit-bevel:
  1. TCP-module (B) ontvangt FIN-segment :
  1. TCP-module (B) ontvangt sluit-bevel:
  1. TCP-module (A) ontvangt FIN-segment :

→Er zijn 2 FIN en 2 ACK-segmenten nodig voor een TCP-verbinding te stoppen op normale manier

4.3.2) TCP state diagramma

Zie cursus p81

4.3.3 TCP tijdsbeheersing

→ Tijd van de teller dynamisch d.m.v algoritme dat snelheid van netwerk analyseert

4.3.4) TCP congestie management

4.3.5 Protocolstapel

Afkorting TCP/IP gebruikt voor het geheel van protocollen

Met protocol-suite/protocol-stapel wordt het geheel van protocollen bedoeld


Revision #2
Created 17 June 2021 13:50:47 by Jasper G.
Updated 3 December 2021 22:13:08 by Jasper G.