Fysiologie

2009 juni examen

1. De maagzuurproductie:

2. Invuloefening over de hormonen:

3. Gegeven: tekening met zuurstofbidingscurve voor arterieel bloed (a)

4. Meerkeuzevragen:

5. Juist/fout vragen:

2010 augustus examen

1. Geef een voorbeeld van een molecule dat via vrije diffusie doorheen het laterale membraan van het nefron heen kan. Leg uit waarom er aan de voorwaarde van diffusie is voldaan.

2. geef een voorbeeld van een molecule dat door osmose doorheen het membraan van een nefron kan verplaatsen. Leg uit waarom er aan de voorwaarde van osmose is voldaan.

3. Geef een voorbeeld van een ion dat door carriertransport doorheen het membraan van een nefron kan verplaatsen. Wat zijn de eigenschappen van dit transport? Wat is het gevolg hiervan voor de urine?

4. Invuloefening over de ademhaling

5. Invuloefening over het T4 hormoon.

2010 juni examen

1. Hoe krijgt het centraal zenuwstelsel informatie over de sterkte van een prikkel? Leg uit met als voorbeeld zuur.

2. Er is een functioneel verband tussen het hormonaal en het vegetatief stelsel. Leg uit.

3. Invuloefening over de hormonen:

4. Geef de vertering en de opname van koolhydraten in de dunne darm. Maak eventueel een tekening van een enterocyt ter verduidelijking. Geef alle enzymen die hierbij een rol spelen en waar ze voorkomen.

5. Werking van de nier:

6. Geef de vergelijking van Henderson-Hasselbach en duid aan wat de weerspiegeling is van de nierfunctie en de longfunctie. Leg uit.

7. Als de pH van het bloed daalt, wat gebeurt er dan op gebied van ademhaling en nier. Leg uit.

8. Juist/fout vragen.

2011 juni examen

1. Geef in chronologische volgorde de 6 stappen van indirecte prikkeltransmissie.

2. Geef een reeël/concreet voorbeeld van indirecte transmissie tussen 2 cellen die op een diffusieafstand van elkaar liggen en tussen 2 cellen die op een grote afstand van elkaar liggen.

3. Op welke manier worden de hersenen geïnformeerd over de sterkte van een smaakprikkel?

4. Invuloefening over de hormonen.

5. Negatieve feedbackregulatie uitleggen aan de hand van een concreet voorbeeld.

6. Leg het omgekeerde Bohr-effect uit.

7. Bespreek de werking van de cellen van de distale tubulus en van de verzamelbuisjes van de nier. + Tekening

8. Bespreek de vertering en absorptie van de koolhydraten.

9. Functie van de lever in het koolhydraatmetabolisme.

10. Juist/fout vragen

2012 augustus examen

1. Wat is de bijdrage van de nier om de pH in het bloed te regelen? Leg uit aan de hand van een tekening.

2. Invuloefening over hormonen: ACTH, groeihormoon, cortisol.

3. Leg uit hoe diffusie van zuurstof in de alveolen mogelijk is.

4. Leg uit waarom de opname van zuurstof vergemakkelijkt wordt door de vrijstelling van CO2.

5. Hoe wordt HCL in de maag geproduceerd? + Tekening

6. Juist/fout vragen

2013 juni examen

Examen 1
1. Geef de soorten transport over de celmembraan voor hydrofiele stoffen.

2. Meerkeuze vragen

3. De hormonen:

4. De maagzuurproductie:

5. Juist/fout vragen

Examen 2

1. Membraantransport:

2. Meerkeuzevragen: 6 vragen, 4 verschillende keuzes

3. De hormonen:

4. Werking van de nier:

5. De maagzuurproductie:

6. Juist/fout vragen (5 vragen)

 

2014 augustus examen

Examen 1
1. grafiek van de actiepotentiaal gegeven met verschillende nummers (1 = depolarisatie, 2 = repolarisatie, 3 = drempelpotentiaal, 4 = rustpotentiaal, 5 = refractaire periode). Geef de naam en betekenis van de nummers en verklaar hoe ze ontstaan.

2. hormonen

3. fysiologie van de voeding: een heel proces uitleggen over de vertering van zetmeel, waar opgenomen, ...

4. begrippen invullen in een zin

Examen 2

1. Grafiek van de actiepotentiaal gegeven met verschillende nummers (1 = depolarisatie, 2 = repolarisatie, 3 = drempelpotentiaal, 4 = rustpotentiaal, 5 = refractaire periode). Geef de naam en betekenis van de nummers en verklaar hoe ze ontstaan.

2. Het humaan groeihormoon:

3. Door welke cellen wordt maagzuur geproduceerd? Welke transportprocessen zijn er nodig? Welke factoren oefenen een invloed uit op de productie van maagzuur?

4. De nier:

2014 juni examen

1. Carriertransport:

2. De hormonen:

3. Bespreek de vertering van vetten doorheen de verteringsbuis (mond tot dikke darm).

4. Bespreek het transport van CO2 en O2 doorheen de membraan.

2017 juni examen

1. transportmechanismen van distale tubulus van de nier uitleggen aan de hand van een figuur

2. 2 darmhormonen geven, effect en invloed van

3. hormonale en neurale regeling van de hypothalamus uitleggen aan de hand van een voorbeeld

4. invulvraag: tekstje aanvullen over de contractie van skeletspier

5. begrippen invullen