Skip to main content

2011 juni examen

  1. Welke 2 testen zijn altijd positief voor enterokokken en hoe ze te onderscheiden van andere streptokokken
  2. Erythorcytaire cyclus van Plasmodium
  3. Wat is een intestinale infectie? + voorbeeld
  4. Wat is mutualisme? + voorbeeld
  5. Esculine-hydrolyse uitleggen.
  6. Wat zijn spirocheten? + voorbeeld
  7. Hoe werkt gaspacksysteem?
  8. Wat zijn pili? + functie
  9. Verschil oxidatief en fermentatief metabolisme van suikers
  10. Verschil tussen een droogsterilisator en een broedstoof

 

  1. Wat is een venerische infectie + voorbeeld
  2. Verschil tussen stam en isolaat van de Salmonella Typhi
  3. Geef de ontwikkelingscyclus van Enthamoeba Hystolytica
  4. Wat is lyofilisatie en geef voorbeelden van cryoprotectieve stoffen
  5. Welke micro-org. zijn het meest resistent tegen warmte en welke micro-org. heb je nog?
  6. Wat is mutatie en selectie?
  7. Welke rol heeft de Anophelemus in de ontwikkelingscyclus van Plasmodium?
  8. Welke eindproducten produceren micro-organismen vertrekkende van pyrodruivenzuur?
  9. Waarom hebt ge bij McConkey lactose - resultaat terwijl dat bij de ONPG test + resultaat is.
  10. Bespreek de lysine-decarboxylasetest

 

  1. Geef de diagnose van godweetwelk parasiet
  2. Geef het verschil tussen "gebonden" en "vrije" coagulase
  3. Wat zijn protozoa en geef de indeling ervan(welke groepen(sporozoa, wortelpotige,..))
  4. geef het verschil tussen oportunistische en obligate pathogenen
  5. Bespreek urease
  6. Waarvoor worden Ph-indicatoren gebruikt en geef een paar voorbeelden
  7. Leg uit : transductie
  8. Geef de functie van ribosomen bij bacterien
  9. Geef de relatie van bacterie en osmotische druk
  10. Geef voorbeelden van sterilisatie door filtratie

 

  1. Wat is de diagnose van Trichomonas vaginalis?
  2. Hoe kan men besmet raken met Toxoplasma gondii?
  3. Geef 2 voorbeelden van bacteriën die normaal in een commensale relatie met het menselijk lichaam leven.
  4. Geef de belangrijkste eigenschappen van endotoxines.
  5. Bespreek de PYR-test.
  6. Bespreek de Methylrood-Voges Proskauertest.
  7. Bespreek de celwand van gram-positieven.
  8. Welke onderdelen ken je van een virus?
  9. Geef enkele voorbeelden van selectieve voedingsbodems en de aanwezige remmende factoren.
  10. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van alcohol als ontsmettingsmiddel?

 

  1. Wat is het verschil tussen gebonden en vrije coagulase en hoe kun je dit onderzoeken
  2. Bespreek de Urease test
  3. Bespreek de nitraat reductase test
  4. Bespreek het kapsel van gramnegatieven
  5. Geef de preventies voor plasmodium
  6. Geef de diagnose van Trichomonas vaginalis
  7. Wat is het verschil tussen fermenterende en niet fermenterende bacterien + geef vooorbeelden
  8. Leg uit : Mutualisme
  9. Welke infecties kan je oplopen in een labo + geef van elk een voorbeeld
  10. Leg uit : Zoonose