2015 januari examen
Statistiek en IKZ 6/01
Vraag 1
Er is een nieuwe test om protanomalie te screenen, een vorm van kleuren blindheid. De prevalentie bij mannen is 1,5%. 7% van de mannen die protanomalie hebben testen negatief. De specificiteit van de test is 97,5%.
a) Hoeveel mannen testen positief?
b) Wat is de negatief predictieve waarde van de test?
Vraag 2
De lichaamstemperatuur van konijnen is normaal verdeeld over een gemiddelde van 39 graden C en een ongekende variantie. Konijnen met een temperatuur lager dan 38,4 worden uit de studie verwijderd.
a) Bereken de variantie als je weet dat 12% van de konijnen uit de studie wordt verwijderd.
b) Als de variantie zo is dat 12% van de konijnen wordt verwijderd, wat is dan de kans dat als je lukraak 10 konijnen kiest, dat er hoogstens 7 in de studie overblijven?
Vraag 3
Er wordt een steekproef gehouden op 5 beren met X = borstomtrek en Y = gewicht.
a) Bereken de correlatiecoëfficiënt met voldoende tussenstappen.
b) Wat betekent dit resultaat voor deze steekproef?
c) Is de correlatiecoëfficiënt significant verschillend van 0? Bepaal met een hypothesetoets met alpha = 5%.
Vraag 4 (+ mondeling)
De hoeveelheid paracetamol in koortswerende tabletten is normaal verdeeld over een ongekend gemiddelde en een variantie van 36. Er wordt een steekproef van 5 genomen.
a) Bepaal een 99% BI voor deze steekproef en geef ook de afleiding hiervoor.
b) Hoeveel elementen moeten er minstens in de steekproef aanwezig zijn als we maximaal een breedte van 7 willen hebben?
Mondelinge bijvragen:
- Wat betekent een 99% BI?
- Wat gebeurt er met het interval als we 99% BI terugbrengen naar 95%?
Vraag 5
a) Leg juistheid, nauwkeurigheid en precisie uit.
b) Gegeven een steekproef met 36 elementen. Bepaal outliers door middel van de box plot en whiskers methode.