2016 juni examen (vroeger organische chemie
Vraag 1 : R en S / mesomerie/ stereocentrum. Enkele stellingen gegeven samen met een paar getekende structuren. Je moet juist en fout invullen. Stellingen zijn in verband met r en s, ook kunne omzetten tussen zo de 2 soorten projecties (Fisher - Newman). Voorbeeld van een stelling van die soort: is structuur 1 gelijk aan structuur 2? ( ene getekend in fischer vorm en de andere in newman vorm)
Vraag 2: elektronische effecten. 5 Structuren en terug stellingen hierover. Bijvoorbeeld: Op structuur 5 zitten 2 mesomeer gevende groepen?? (juist/fout). Voorbeeld 2: molecule 3 bevat een cl dat een inductieve zuiger is.(juist/fout). Ook weten hoe je bepaald wat het zuurste is in reeks structuren ( m+ en i+ groepen) en wat het meest basische is in reeks structuren (i- en m- groepen)
Vraag 3: Substitutie en eliminatie reacties. 8-tal Structuren en terug stellingen. Voorbeeld : Structuur 1 gaat beter SN1 ondergaan als structuur 2 in polaire solvent. Juist of fout. voorbeeld 2: structuur 3 ondergaat eliminatie en er wordt 1 buteen gevormd juist of fout? (regeltjes kennen van eliminatie en waar dubbele binding komt)
Vraag 4: Reactiemechanismes ( carbonzuur/carbonzuurderivaten/ gringnard reagens). 5 reacties gegeven en je moet geven welk product er gevormd wordt