2011 januari examen
Vraag 1: tryptofaan operon
-
- Waarvoor dienen de aangeduide boxen?
- Geef consensus sequenties van de promoters en door wat worden deze herkend/gebonden en hoe gebeurt de transcriptie initiatie?
- Is er positieve/negatieve controle en leg uit bij dit operon
- Is het rho-afhankelijk of niet? En leg attenuatie uit?
Vraag 2: Genomische Bank
-
- Wat is een genomische bank?
- Er wordt gebruik gemaakt van lambda faag vetoren. Waarom?
- bespreek de manier van klonering.
- Hoe worden genomische inserten verkregen
- Geef één manier waarop je homologe prob intern kunt labelen gebruik makend van biotine-gelabeld nucleotide.
- Hoe kun je biotine signaal detecteren en amplificeren?
Vraag 3: Miniprep-methode
-
- Leg uit hoe/waar de componenten specifiek werken: EDTA, lysozyme, NaOH, SDS en KAc
- Geef aan op welke manieren DNA kwalitatief en kwantitatief geanalyseerd kunnen worden