2014 augustus examen
Examen 1
1. grafiek van de actiepotentiaal gegeven met verschillende nummers (1 = depolarisatie, 2 = repolarisatie, 3 = drempelpotentiaal, 4 = rustpotentiaal, 5 = refractaire periode). Geef de naam en betekenis van de nummers en verklaar hoe ze ontstaan.
2. hormonen
3. fysiologie van de voeding: een heel proces uitleggen over de vertering van zetmeel, waar opgenomen, ...
4. begrippen invullen in een zin
Examen 2
1. Grafiek van de actiepotentiaal gegeven met verschillende nummers (1 = depolarisatie, 2 = repolarisatie, 3 = drempelpotentiaal, 4 = rustpotentiaal, 5 = refractaire periode). Geef de naam en betekenis van de nummers en verklaar hoe ze ontstaan.
2. Het humaan groeihormoon:
- Waar wordt het hGH geproduceerd?
- Geef de stimulerende en inhiberende factoren.
- Waar bevinden zich de receptoren?
- Wat is het effect van dit hormoon?
3. Door welke cellen wordt maagzuur geproduceerd? Welke transportprocessen zijn er nodig? Welke factoren oefenen een invloed uit op de productie van maagzuur?
4. De nier:
- Waar wordt er gefilterd in de nier? Bespreek de membraan en verduidelijk met een tekening.
- Wat bedoelt men met het autoregulatiemechanisme in de nier?