Skip to main content

2022 januari examen

    1. Vertaaloefening medische/celbiologische terminologie ↔ NL + tegengestelde woorden + afkortingen voluit schrijven

    2. Leg de oppervlaktevergrotingen uit in de dunne darm en link dit met de functie ervan.

    3. Schematische weergave van transport van glucose doorheen de celwand. Je moet zeggen of dit passief of actief is en verklaren waarom + een andere benaming hiervan.

    4. Oefening over bloedtransfusie: Je krijgt een donor en acceptor, je moet aan de hand van antigenen en antilichamen uitleggen waarom deze transfusie kan of niet kan.

    5. 2 foto’s en je moet de aangeduide delen benoemen (in dit geval een aantal organen in de buikholte + de hersenen).

    6. Foto van een cel met chromosomen, je moet zeggen of die diploid of haploid is en hoeveel chromosomen je ziet.

    7. Juist/fout vragen met giscorrectie (waren niet zo moeilijk als je de cursus aandachtig hebt doorgenomen, soms maakte 1 klein woordje het verschil).