2011 augustus examen
Mondeling
Gegeven een figuur
- Tekstje van vlieg: je wilt hieruit het gen selecteren.
- Welke soort vector: insertie of substitutievector
- Welke bank (genenbank of cDNA bank); verklaar beide en leg uit welke je wil gebruiken
- Hoe maak je het insert aan? Dus via welke bank
- hoe gebeurt de selectie in deze vector: via spi (uitleggen)
- werking van deze vector uitleggen
Schriftelijk
- techniek van erase-a-base uitleggen adh van tekening (puntjes verder aanvullen) + waarvoor wordt deze techniek gebruikt.
- Oefeningen van restrictie-enzymen: invoegen van een insert in een vector + hoe dit gebeurd (blunt/sticky: geforceerd of niet) + terug uithalen van het insert met RE (zelfde oefening als in januari!)
- HOT start PCR: leg deze techniek uit en welke 2 methodes worden hiervoor gebruikt. Wat is het voordeel van deze techniek? Leg ook uit: RAPF en PFLP
- Sequencing uitleggen (nl. dideoxysequencing) + welk soort labeling en in welk soort agar dit gebeurd adh van een gegeven matrijs.