Skip to main content

2014 januari examen (vroeger (Patho)fysiologische basis van het laboratoriumonderzoek II)

 

  1. casus met provocatietesten met clomifeen en GnRH
  2. Stellingen:

a) Trisomerie 21 hebben ongeveer dezelfde uiterlijke kenmerken

b) Fenylketonurie is enkel te behandelen met het verbeteren van de levenskwaliteit

c) Bij mucovisidose heeft men lagere Cl- gehalte in zweet

d) Hyperventilatie gedaalde CO2 en gestegen pH + respiratoire acidose

e) man is algemeen nooit drager van X-gebonden recessieve aandoening

 

  1. Pathologie hemochromatose.
  2. Pathologie longemfyseem.
  3. casus met 20 jarige jongen met icterie, donkere urine, bleke stoelgang, pijn in de bovenbuik etc, acute hepatitis
  4. Stellingen:

b) Efferente zenuwen = motorische uiteinden, van ruggenmerg naar centraal zenuwstelsel

d) Liggen van baarmoederlichaam tov mond ligt naar achter (anteflexie), als de blaas leeg is ligt de baarmoeder hier op (anteversie)

e) vergeten

  1. Casus: 15 alcoholische consumpties per dag; lever, pancreas, darmen
  2. Stellingen

a) Trisomerie 21 is non disjunctie

b) iets met loodvergiftiging en basofiele korrels

c) Paracetamol, is toxisch

d) cml komt door deletie

e) Hemochromatose kan opgespoord worden met gentest

 

  1. Casus malabsorptie
  2. Bespreek de luteale fase van de menstruatiecyclus
  3. Wat zijn de aandoeningen van een vitamine A tekort
  4. Stellingen:

d) De hersenen worden door een fissura longitudinalis in een voor en achter deel gescheiden