2010 juni examen
Hoofdvraag (mondeling)
- Bespreek initiatie van translatie bij prokaryoten.
hou hierbij rekening met
- opladen van tRNA met zijn aminozuur (2de genetische code)
- vorming van initiatiecomplex
- verschil tussen formylmethionine tRNA en methionine tRNA
- hoe het peptidyltransferase werkt (opgelet!!! dit is een onderdeel van het ribosoom en het enzym is een rRNA! geen eiwit)
Schriftelijk
Vraag 2: a)de O en de N functie in guanine kunnen gemethyleerd worden door ethylmethaansulfonaat (EMS). Tot wat leidt dit? (transitie/transversie vul in)
b) ada gen staat voor?
c) wat zal het eiwit van het ada gen doen en hoe heet dit?
Vraag 3: De genetische map van de Lambda faag is gegeven. Een 5-tal promoters in de vroege translatie bespreken.
Vraag 4: Interferentie RNA?
Vraag 5:
Een oefening over PCR. a) waarvoor staat PCR? b) Wat wordt er in PCR gesynthetiseerd en schrijf voluit (DNA= deoxyribonucleïnezuur) c) je krijgt een gel electroferese uitslag en het genotype van 4 kinderen. Geef de lengte van een bepaald gen. d) De vier kinderen hebben het gentype: kind 1: AB, kind 2: BC kind 3: AC en kind 4: BB. Geef een plausibele manier waarop een kind kan geboren worden met genotype AA. ( dit is een doordenker daar de ouders bvb: Ma: AB en Pa: BC genotype hebben. Volgens mendeliaans stamboom kan AA nooit!)
Vraag 1: transcriptie eukaryoten => initiatie en alles wat er toe bijdraagt tot vorming van transcriptie initiatie complex. Hoe is de organisatie/activatie van glucocorticoïde receptor? (is over die responsieve elementen)
Vraag 2: triple repeat aandoening. Hoe zichtbaar op chromosoom? Hoe ontstaan? (grondig uitleggen) ...
Vraag 3: mutatie op een guanine. Transversie/transitie? "BER"? Leg dit mechanisme uit
Vraag 4: replicatie prokaryoten. Enzymen met invloed op coiling? Hoe werken ze? Bijvraagjes over linksdraaiend, rechtsdraaiend, in zoutoplossing => effect op L, W, R
Mondeling
Het arabinose-operon. Het operon is "getekend" en je moet zelf de ontbrekende genen enzo invullen. (zo goed als alles) adhv enkele bijvraagjes systemen uitleggen die hier in tussenkomen. Bijvraagje over HTH motief en hoe binding met DNA