2013 augustus examen (farmacologie en toxicologie)
casus: Je buurvrouw Patricia (85) is onlangs haar man verloren. Vroeger gingen ze elke dag op de middag een wandeling van uur maken, dit doet ze nu niet meer. Je merkt wel dat dat ze soms samen met aan andere buurvrouw Jeanne (72) op een bankje aan de overkant van de straat zit. Op een dag hoor je de twee dames praten over hun medicatie. Ondanks hun leeftijd zijn ze zeer gezond op enkele kwaaltjes na, een hiervan is constipatie. Jeanne verteld dat ze een Osmotische laxativa heeft voorgeschreven gekregen. ze merkt wel een verbetering maar is niet helemaal tevreden. Patricia neemt een vloeibare paraffine en een contactlaxativa. Ondanks al enkele dagen de dosis te verhogen merkt ze geen verbetering. Ze besluiten om hun dosis te verhogen voor ze terug naar de dokter te gaan.
a) leg aan de hand van de werkingsmechanismen uit waarom de laxativa niet goed werken. b) wat zouden de effecten kunnen zijn bij een verhoging van de dosis.
bijvragen (3gegeven, 2 beantwoorden)
1) leg volgende begrippen uit en leg een verband: farmaceutische beschikbaarheid, biologische beschikbaarheid, bioequivalentie geef 2 voorbeelden waarbij voeding de de biologische beschikbaarheid veranderd.
2) leg de werking van nitraten bij angina pectoris uit aan de hand van een tekening
3) juist/fout, korte uitleg bij fout - tolerantie, een vorm van hyperreactiviteit, treedt op door door enzyminductie (fout, hyporeactiviteit, enzyminductie uitleggen) - de behandeling van manie met lithiumzouten kan best niet gecombineerd worden met diuretica (juist) - weet ik niet meer maar was juist :p