2016 januari examen
1) Medisch belang Mycobacterium tuberculosis
2) Eigenschappen Enterococcen
3) Epidemiologie Borrelia burgdorferi + transmissie op mens
4) Verschil fotochromen en skotochromen + vb
5) Epidemiologie Pseudomonas aerginosa
6) Laattijdige complicaties Streptococcus pyogenes + identificatiekenmerken
7) Nitraatreductietest
8) Bacteriologische diagnose urineinfectie
9) pathologie E. coli en korte reeks + verschil met Klebsiella pneumniae
10) Virulentiefactoren + voorbeeld
11) Identificatiefactoren Streptococcus epidermidis
12)
EXAMEN 1
Hoofdvragen
1) Wat weet je over Kingella en Eikenella corrodens?
2) Geef de indeling van de Streptococcen + bespreek
Kleine vragen
3) Wat zie je bij het uitvoeren van een gramkleuring van Nocardia?
4) Welk medisch belang moet men hechten aan Bacillus cereus?
5) Wat betekend de CAMP-factor van Streptococcen van groepB?
6) Welke pathologie wordt veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosum?
7) Is het nodig geel-gepigmenteerde Neisseria die je isoleert uit het sputum van een patient te identificeren?
8) Geef de voornaamste kenmerken van E. coli en hoe kun je het onderscheid maken met Enterobacter agglomerans?
9) Bespreek de pathologie en epidemiologie van Shigella
10) Bespreek de arginine dehydrogenase-test
11) Geef enkele typische kenmerken van Citrobacter freundii en hoe maak je het onderscheid met Proteus mirabilis?
12) Geef enkele identificatiekenmerken van het genus Acinetobacter
EXAMEN 2
Hoofdvragen
1) Bespreek s. agalactiae
2) Bespreek b. abortus
Kleine vragen
3) voges proskauer
4) oxidase test en een vb
5) s. pneumoniae: kenmerken
6) legionella, welke speciale voorwaarden?
7) Shigella: biochemische kenmerken
8) Ziekte van Lyme
9) Welke ziekte veroorzaakt Helicobacter?
10) medisch nut van B cepacia
11) Lysteria, kenmerken
EXAMEN 3
Hoofdvragen
1) Bespreek vibrio cholerea
2) Bespreek s. aureus
Kleine vragen
3) ONPG
4) Balvocht
5) verschil tss enterococcus faecum en faecialis?
6) Ziehl Neelsen kleuring
7) eigenschappen van de enterobacteriaceae
8) geef vb Corynebacterium die nosocomiale infecties geven
EXAMEN 4
Hoofdvragen
1) medisch belang van H influenzae
2) streptococcus agalactiae
Kleine vragen
3) Pathologie van Listeria monocytogenes?
4) tests gebruikt voor de differentiatie van pediococcus, aerococcus, gemella en leuconostoc
5) identificatiekenmerken S pneumoniae
6) Waarom niet alleen de VDRL-test uitvoeren bij Syfillis?
7) Welke problemen moet je overwinnen om Campylobacter te isoleren ui tfaeces?
8) Enterobacter: wat weet je hierover?
9) L-amino peptidasetest: leg uit
10) identificatiekenmerken van Capnocytophaga?
11) pathologie Actinomyces israelii
12) niacinetest
EXAMEN 5
Hoofdvragen
1) Shigella
2) Borrelia burgdorferi
Kleine vragen
3) Koude verrijking voor isolatie van Listeria monocytogene, leg uit
4) Principe galoplosbaarheid bij identificatie van S. pneumoniae
5) Pathologie Yersinia enterocolitica?
6) Cultuur en identificatie Bacteroides fragilis
7) Tijdens welk ziektestadium van Pertussis heeft men het meeste kans om de bacterie te ontdekken?
8) Kingella, wat weet je hierover?
9) oxidatie-fermentatie test: leg uit
10) Lactose 10% test
11) diagnose stellen van helicobacter pylori
12) Hoe differentieer je een Salmonella enteritidis van een Proteus mirabilis en Citrobacter freundii?
EXAMEN 6
Hoofdvragen
1) Bespreek Pasteurella.
2) Verschil tussen S. aureus en CNS. Pathologie, epidemiologisch en identificatiekenmerken.
Kleine vragen
3) Wat is morfologisch kenmerk van R. equi?
4) Wat zijn virulentiefactoren en geef vbn.
5) Bespreek pathologie van C. diphteriae.
6) Pathologie van E. coli.
7) Identificatiekenmerken van P. mirabilis en M. morganii.
8) verschil tussen fotochromogenen en skotochromogeen + vbn.
9) Uit welke stalen kan men M. cattharalis isoleren.
10) Eigenschappen van Pseudomonas aeruginosae?
11) Methylroodtest.
EXAMEN 7
Hoofdvragen
1) Bespreek Vibrio cholerae
2) Bespreek S. aureus
Kleine vragen
3) Wat zijn clue-cells.
4) Bespreek satellisme.
5) Bespreek omgekeerde Camp-test.
6) Pathologie van Salmonella typhi?
7) Identificatiekenmerken van Listeria monocytogenes.
8) Identificatiekenmerken van Pseudomonas aeruginosae.
9) Welke pathologie veroorzaakt gonokok.
EXAMEN 8
Hoofdvragen
1) Legionella: bespreek. Welk staal nodig?
2) Enterokok en streptokok: wat is het verschil en hoe identificeren.
Kleine vragen
3) Koude verrijking voor isolatie van Listeria monocytogene, leg uit
4) Principe galoplosbaarheid bij identificatie van S. pneumoniae
5) late complicaties van S. pyogenes.
6) Identificatie van een actinomycose.
7) Tijdens welk ziektestadium van Pertussis heeft men het meeste kans om de bacterie te ontdekken?
8) Epidemologie en pathologie bij Klebsiella.
9) Hoe fermentatie van suiker nagaan.
10) sec. en tert. Stadia bij syphilis.
11) Hoe en waarom mycobacterien voorbehandelen voor cultuur?
12) Identificatie van Gram negatieve anaerobe bacillen.
EXAMEN 9
Hoofdvragen
1) Helicobacter pylori. Wat, waar, hoe detecteren,…
2) Vergelijk E.Coli en Enterobacter.
Kleine vragen
3) Hoe ontsmetten als je bloed afneemt?
4) Welke Neisseria’s zijn belangrijk? Hoe onderscheid maken?
5) Vibrio.
6)hoe werkt de test van ornitine?
7)hoe werkt de test van amylase?
8) Listeria
9)Haemofilus influenzae