2012 januari examen
1) leg uit nitraatreductie
2) waarom wordt urine kwantitief bekeken?
3) leg uit lysine decarboxylase
4) wat is de pathologie van E.coli en vergelijk korte reeks met Klebsiella
5) hoe stelt men de diagnose bij lagere luchtweg infecties?
6) geef enkele vb van Neisseria die een belangrijke pathologie hebben
7) geef het pathogeen vermogen van C.jejuni
8) Geef het pathogeen vermogen van M.tuberculosis
9) hoe voert men screening van dragerschap van S.agalactiae uit bij een zwangerschap?
dan nog 2 vragen over sterptokokken
2012
1) Welke speciale omstandigheden moeten worden toegepast bij een Campylobacter jejuni ? Wat zijn de identificatiekenmerken?
2) Geef de korte reeks van Proteus vulgaris, Morganella morganii en Yersinia enteritidis.
3) Wat zijn de identificatiekenmerken van Pseudomonas aureuginosa ? Hoe maakt men het onderscheid met de Stenotrophomonas maltophilia?
4) Hoe stelt men de diagnose van een infectie met Clostridium dificile?
5) Wat zijn de identificatiekenmerken van S. pneumoniae?
6) Welke pathologie wordt veroorzaakt door de N. gonorrhoeae?
7) Geef de identificatiekenmerken van de Eikenalla corrodens?
8) Geef de pathologie van de zoölogische salmonella.
9) Geef enkele voorbeelden van enterobacteriaceae die nosocomiale infecties veroorzaken.
10) Wat is er speciaal aan de cultuur van de Mycobacterium?
11) Wat is het verschil tussen zouttolerantie en zoutdependentie?