2009 juni examen
1. De maagzuurproductie:
- Wat is de functie van maagzuur?
- In welke cellen geproduceerd en onder welke invloed? Teken zo een cel en de processen om je uitleg te verduidelijken.
2. Invuloefening over de hormonen:
- Wat voor een hormoon is TSH (proteïne/steroïdhormoon)
- Waar wordt TSH gevormd? Onder welke invloed? Waar heeft het zijn receptoren?
- Waar wordt aldosteron vrijgezet? Waar heeft het zijn receptoren? Wat is het effect?
- Wat is het effect vrijzetting van groeihormoon bij een volwassen persoon. Op het eiwitmetabolisme, KH-metabolisme, vetmetabolisme?
3. Gegeven: tekening met zuurstofbidingscurve voor arterieel bloed (a)
- Wat is het? Wat stelt de linke curve voor?
- Wat gebeurt er bij een rechtsverschuiving?
- Wat is de verklaring voor dit effect?
4. Meerkeuzevragen:
- Vergelijking van snelheid van geleidbaarheid tussen C-vezels (noicisensoren) en sensorische neuronen
- Effectororganen van somatische zenuwvezel, orhosympatisch systeem en parasympatische systeem.
5. Juist/fout vragen:
- In een levensbedreigende situatie worden alleen hormonen afgescheiden door bijniermerg en bijnierschors.
- De intermediaire enzymen breken monosacchariden af waarna ze naar het interstitium worden gebracht.