Skip to main content

2011 juni examen

Mondeling:

1) Bespreek moleculaire adsorptie. Welke toestellen worden hiervoor gebruikt? Geef en bespreek de algemene onderdelen van deze toestellen.

2) Je krijgt een chromatogram van HPLC. Welke specifieke techniek van HPLC is het (bijvoorbeeld reversed phase)? Welke kolom wordt er gebruikt? Bespreek de mobiele fase (wat, voorbereidende stappen). Waarom hoge druk? Hoe gebeurt de detectie? Wordt er gradiëntelutie toegepast en zo ja,waarom? Hoe ken men een constant monstervolume bekomen? Is de temperatuur van belang?

Schriftelijk:

3) De methode van Kjeldahl wordt vaak gebruikt voor de bepaling van eiwitten. Welke alternatieve methodes zijn er voor de bepaling van eiwitten? Waarin verschillen deze methodes ten op zichte van de Kjeldahlmethode?

4) Hoe kan men de graad van oxidatie bepalen?

5) Wat is de functie van een indicatorelektrode? Geef de verschillende soorten en bespreek.

 


- de methoden voor natuurlijke degradatie van de vetten uitleggen. Hoe kan men deze reacties opsporen? Wat is het joodgetal en bereken het joodgetal voor oliezuur (je krijgt de waarden voor dat te berekenen).
-Hoe kan men fosfor in een levensmiddel bepalen? Welke wet is hiervoor nodig, leg uit.
-Wat is mineralisatie en wat is het belang hiervan
-Wat is klassieke elektroforese en het verschil met capilaire elektroforese
-Wat is een referentieelektrode en welke is de meest gebruikte
-Wat is immuno assay, geef een voorbeeld en leg uit. Wat is het verschil tussen directe en indirecte methode

-Waarmee kan men allergenen opsporen? Leg uit (de ELISA techniek)

-Bespreek Dumas

-Bespreek het principe van atomaire emissie + de vlamfotometer

-Een oefening van conductiemetrie (grafiek tekenen)

-Methode van Soxhlet + voorbereidende stappen

-Met welke methode niacine en pyridoxol bepalen? (HPLC, reversed phase)

 

1. Hoofdvraag omtrent HPLC met verschillende kleinere vraagjes:
a. Mobiele/stationaire fase
b. Welke kolom wordt er gebruikt (uit tabel afleiden  C 18 bv = apolair)
c. Monsterlus uitleggen?
d. ...
2. 3 andere vragen:
a. Vergelijking van Nernst geven + het verloop weergeven van de titratiecurve (reactie, titrans,.. gegeven)
b. Werking van een prisma uitleggen