2012 juni examen
1e vraag deel 1 was structuur tekenen van 1octeen-3-ol en dan de fischer projectie. Deel 2: 4-hydroxy-4-methyl-2-pentanon, ook weer structuur van kunnen tekenen en dan de C met de grootste lading kunnen aanduiden.
2de vraag aangeven welke functionele groepen je hebt + zeggen welke je zuurste h is (waren 3 stoffen gegeven waaronder vitamine C)
Vraag 3: Juist/fout vraag. Gegeven was een 2-Broombutaan en dan 4 verschillende opties. a) het molecule reageert met KOH (warm) vooral tot 1-buteen b) het molecule reageert met warm Tertiair Kaliumbutoxide vooral tot 2-Buteen c) het molecule reageert met koud OH tot vorming van 2-Butanol d) het molecule heeft een chiraal centrum
Vraag 4: Salycilzuur reageert met methanol in bijzijn van een beetje H2SO4 conc. Geef de hele reactie stap voor stap.
vraag 5: uitleg geven over flavliuim ion (of iets in die aard) en zeggen of het in de sap zit en wanneer het erin zit.
Vraag 6: Gegeven was Benzoƫzuur heeft een pKA van 4,2. dan 2 ketens ( -O-CH3, -NO2) die op ortho meta en para van het Benzoƫzuur worden geplakt. Dan een tabel met alle verschillende pKA waarden van die ketens op elke positie. De vraag was dan om de verklaring te geven voor het verschil in pKA. Dus resonantie, zuur-base en blabla.
Vraag 7: De belangrijkste zuren in de wijn zijn: wijnsteenzuur, appelzuur, barnsteenzuur, melkzuur, citroenzuur. van de vluchtige zuren is vooral azijnzuur belangrijk. Welke rol vervullen deze zuren?