Skip to main content

2021 April Examen

(rood zijn antwoorden) ;)

Vraag 1 

gegeven: 

prokaryote cel en een afbeelding van een gram - bacterie dus dunne peptidoglycaanlaag,..

T

Kreeg een tbl en moest verschillende onderdelen bv het genoom een sterool (hapenoiden), lipopolysachariden,... aanduiden op de tekeningen 

dan in tabel moest je van elk de functie geven.


Vraag 2

Hele groeicurve van een batch cultuur tekenen + 

assen benoemen,

2 de vraag was de eerste fase van de groeicurve uitleggen en uitleggen wat een batch cultuur is,

rare vraag erbij was iets met schimmels hoe die groeien in een batch cultuur in de eerste fase van de curve


Vraag 3

Hele pagina over penicilline antibioticum;

Uitleggen wat de functie van penicilline is (Cross-links)  - Dan de structuur beschrijven van een      peptidoglycaanlaag uit wat die is opgebouwd  

-waarom penicilline een ‘selectieve toxiciteit’ heeft;

- 2 manieren geven hoe een bacterie cel resistent kan w tegen penicillines 

bv

  1. efflux pomp ( terug naar buiten pompen van de antibiotica) 
  2. β-lactamase enzym knipt de β-lactam ring van penicilline kapot waardoor het inactief w gemaakt


Vraag 4

Uitleggen wat een serumtherapie is en wat het doet;

een voordeel geven en een nadeel


Vraag 5

Was een vraag nog met corona virus en dan kreeg je zo een virus afbeelding en moest je de onderdelen benoemen en in een tabel dan de opbouw van die onderdelen bespreken en de naam

van het soort biomoleculen er in aanwezig is.


Vraag 6

Betekenis woordjes geven;

  1. Anaerobe ademhaling ( nitraatademhaling reacties tekenen + energie opbrengst)
  2. Conjugatie
  3. zoönose



Vraag 7

Een hele pagina woordenschat; herinner een paar nog:

  1. Naam gistcellen geven; saccharomyces cerevisiae
  2. 2 endosporenvormende bacterien; Bacillus en Clostridium
  3. naar een hogere concentratiegradient toe bewegen; Chemotaxis
  4. grondlegger van de medische microbiologie; Robert Koch
  5. een bacterie dat nog voldoende kan groeien op koelkast temp; Listeria
  6. bacteriën die graag een hoog zoutgehalte hebben; halofiel
  7. Virus bij bacteriën; Bacteriofaag
  8. Groei is totaal onafhankelijk van O2; Aertolerant anaeroob
  9. Porkaryoten die in zeer extreme omstandigheden kunnen leven; Archae bacteriën
  10. Bacteriën die samen zitten en hebben er allebei goede invloed op; Synergisme/Mutualisme