Skip to main content

2017 januari examen

Hoofdvraag

Bespreek een celcyclus van een dierlijke cel met n=4. Maak hiervoor duidelijke tekeningen waarop je alle structuren benoemt

Bijvraag 1

Via welk proces wordt mRNA gesynthetiseerd in de cel? Welk enzym katalyseert de synthesereactie? Waar in de eurkaryote cel vindt dit proces plaats? Welke functie heeft het mRNA in de cel? Komt mRNA ook voor in prokaryote cellen Waarom wel of waarom niet?

Bijvraag 2

Lokaliseer de volgende begrippen in de cel door het benoemen van de celstructuur of het celorganel. 1. Tonoplast. 2. Homologe chromosomen. 3. Synthese voor eiwitten.

Bijvraag 3

Geef de algemene vergelijking van de ademhaling. Waar is dit proces gelokaliseerd in de cel. Wees volledig. Wat is het doel van de ademhaling.

Bijvraag 4

Wat is passief transport. Geef een voorbeeld van passief transport doorheen het celmembraan dat je volledig uitlegt. Geef een tekening waarop je alle getekende structuren benoemt

Stellingen

Geef aan of de stelling waar is of niet waar is. Indien de stelling waar is, verklaar dan kort waarom. Indien deze stelling niet waar is, herformuleer deze dan kort zodat ze waar is. 1. Glycogeen is een voorbeeld van een polysacharide bij planten 2. Tijdens de mitose worden de homologe chromosomen van een paar uit elkaar getrokken in de anafase