2014 juni examen
1. Je krijgt 4 structuren & de draaiingsshoek van de R-stof.
a) Aanduiden welke structuur/structuren de R-configuratie hebben.
b) Draait deze stof lineair gepolariseerd licht naar rechts of naar links? (Dit kan je zien aan de draaiingshoek)
2. Je krijgt 5 structuren en moet hierover de juiste stelling(en) aanduiden.
Voorbeeld van een stelling (je krijgt er meerdere): Stof (1) is stabieler dan stof (2)
3. Je krijgt een reactie en moet hier ook weer de juiste stelling(en) aanduiden.
Voorbeeld van een stelling (je krijgt er meerdere): De reactie leidt tot een racemisch mengsel.
4. Je krijgt 5x A + B -> ?. Jij moet het '?' invullen (de eindproducten van die 5 reacties geven dus).
5. Leg de flavonoide en non-flavonoide in wijn uit. Geef een voorbeeld + geef de functie in wijn.