2015 januari examen
Lector: Van den Bergh Karolien
Vraag 1: Leg deze woorden uit en bespreek hun belang.
a) hyperchroomeffect
b) forced klonering
c) ethidumbromide
d) en e) weet ik niet meer
Vraag 2: repicatie
a) Teken de replicatievork(en) met de leading en lagging streng en duid de richting aan
b) Bespreek alle eiwitten die instaan voor de replicatie aan de leading streng
c) Bespreek alle extra eiwitten die instaan voor de replicatie aan de lagging streng
d) Bespreek de 2 belangrijkste typen polymerase
Vraag 3: translatie
a) Een figuur van tRNA is gegeven en jij moet de structuur bespreken door namen in te vullen op stippellijnen bij de figuur
b) Het anticodon is aangeduid in een kleur en jij moet het codon geven dat op mRNA hiermee codeert
c) Geef de 3 stopcodons
d) A.d.h.v. een figuur de vorming van amino-acyl tRNA uitleggen
e) Het verschil tussen initiator methionine tRNA en elongator methionine tRNA uitleggen door beide te bespreken
Vraag 4: Miniprep en gelelektroforese
a) Van wat is miniprep een toepassing?
b) Welk uluaat wordt toegevoegd?
c) Hoe wordt RNA gescheiden van het preparaat?
d) Op welke interacties steunt de chromatografie?
e) Wat zit er in de loopkleurstof bij gelelektroforese?
Nog enkele vraagjes maar die weet ik niet meer
Vraag 5: pUC18 a) Leg uit a.d.h.v. een figuur door de onderdelen aan te duiden en hun functie te bespreken
b) Wat is het verschil tussen pUC18 en 19?
c) Hoe kan men pUC18 aanduiden?
Vraag 6: transcriptie
a) Geef de 3 post-transcriptionele modificaties in eukaryoten
b) Wat is een cDRNA genenbank en welke van de 3 eerder besproken modificaties helpt deze te maken?