Skip to main content

2017 januari examen

Het examen bestond uit 2 delen. Het eerste deel van het examen was een schriftelijke voorbereiding. Het tweede deel was de mondelinge uitleg over het examen. Op de mondeling toelichting word je gequoteerd.

9 januari 8u30

Vraag 1 Conceptueel en relationeel datamodel.

Viswinkel wil aankopen bijhouden van de klanten. Over de vissen wil hij kunnen bijhouden wat ze eten, met welke vissen ze goed overweg kunnen, in welk watertemperatuur, of ze in zout of zoet water leven,... . Er moet ook bijgehouden worden waar de vissen besteld werden en wat de levertermijn is.

 

Wat moet het systeem kunnen:

  • De klant moet zijn aankopen kunnen bekijken. Welke vissen wanneer gekocht werden.
  • Weten welke vissen het meest gekocht worden zodat hij weet welke vissen populair zijn en welke hij meer of minder moet kopen.
  • Welke vissen een klant zou kunnen bijkopen.
  • Welk voedsel een klant moet kopen voor zijn vissen.

 

Vraag 2 Theorie

Wat zijn de nadelen van redundantie? (bijvraag: wat is redundantie)

  • meer kans op inconsistentie
  • meer gegevens bijhouden dus hogere capaciteit nodig.
  • complexere aanpassing van gegevens met mogelijks fouten tot gevolg.

Wat is een relatietype van graad 3? Teken deze in een conceptueel datamodel. Waar moet je opletten als je het omzet naar een relationeel datamodel?

zie boek pagina 22 en 38(ternair relatietype & wat als de graad van het relatietype groter is dan twee)