2009 januari examen
Hoofdvraag:
- Leg de mitose uit van een cel waarbij n=4. Kan deze cel meiotsch delen? (neen, is een haploïde cel)
Bijvragen:
- Een vraag over rRNA: hoe het synthese proces heet (transcriptie), welk enzyme nodig is (RNA polymerase), waar het geproduceerd wordt (kernlichaampje) en de functie van rRNA (bouwsteen van ribosomen).
- Geef de splitsingswet (2de wet) van Mendel + een zelfgekozen voorbeeld.
- Geef drie bestemmingen van de blaasjes van het golgi-apparaat (lysosomen, extracellulair en celmembraan) , welk biomolecule wordt getransporteerd? (eiwitten)
- Leg uit: het celmembraan is semi-permeabel.
Stellingen: Je krijgt 2 stellingen gegeven waar op je met juist/fout moet antwoorden en je antwoord verklaren of verbeteren.
- De lagging DNA streng wordt continue bijgemaakt. (fout: de leading DNA streng wordt continu bijgemaakt)
- De werking van een competitieve inhibitor daalt als men de concentratie van het substraat verhoogd. (juist)