Skip to main content

2018 juni examen

  1. Wat weet je over sterilisatie met ioniserende stralen?
  2. Hoe worden de peptonen bereid die gebruikt worden voor cultuurbodems?
  3. Wat is het verschil tussen translatie en transcriptie bij de eiwitsynthese in de bacteriële cel?
  4. Bespreek de zetmeel-hydrolysetest.
  5. Heeft het zin voor een bacterie die lactose fermenteerd om een een ONPG-test uit te voeren? Geef een voorbeeld van een bacterie die volledig positief is voor deze test.
  6. Wat is commensialisme? geef een voorbeeld.
  7. Wat zijn exogene infecties? Geef 2 voorbeelden.
  8. Hoe kan een mens zich besmetten met Toxoplasma gondii?
  9. Wat is het verschil tussen strikt anaërobe en microaërofiele bacteriën. Geef van elk type een voorbeeld.
  10. Wat is een cystecerus larve van Taenia saginata?