2016 juni examen
Open vragen
1) Een grafiek met de co.t-waarde van 4 lijnen is gegeven.
--> De 4 lijnen sorteren bij het juiste soort DNA.
--> Uitleggen wat de cot-waarde is.
2) Een afbeelding van het complex voor de replicatie is gegeven.
--> Enkele delen in het complex benoemen
--> De transcriptie uitleggen m.b.v. enkele delen van het complex (er staat in de vraag welke delen zeker aan bod moeten komen).
3. Een afbeelding van de DNA-transcriptie bij eukaryoten is gegeven ("christmas tree").
--> Ook hier enkele onderdelen op de figuur benoemen en aanduiden in welke richting getranscripteerd wordt of welke richting de strengen uitgaan.
--> Kort uitleggen hoe de transcriptie in zijn werk gaat.
--> Zeggen of dit een eukaryoot of een prokaryoot mechanisme is.
4. De 50S subeenheid (elongatie) is gegeven, met hieraan een sequentie en een stukje polypeptide dat gevormd is.
--> Enkele delen op de figuur benoemen
--> Het startcocon en het stopcodon geven.
--> Zeggen naar welke eiwitten deze kunnen vertalen (er is een bijlage met het schema voor de eiwitten te vinden).
--> Aanduiden hoe veel polypeptides er al gevormd zijn, en zeggen hoe lang het polypeptide uiteindelijk zal worden.
Meerkeuzevragen
Er waren 40 meerkeuzevragen, waarbij er 25-30 met 4 keuzemogelijkheden waren en 10-15 met 5 keuzemogelijkheden. Hoe meer keuzemogelijkheden, hoe minder punten er afgetrokken worden bij een fout.