2011 juni examen
Theorie
- het kunnen scheiden van metaalionen door verandering van pH en dan ook iets van amfoteer karakter...
- Titratiecurve kunne tekene van zwak monobase me sterk monozuur
- methode van MOHR uitlegge
andere reeks:
- ???
- titratiecurve van sterk met zwak
- methode van Fajans uitleggen
Reeks 3A
Vraag 1
- Vergelijk de oplosbaarheid van de twee weinig oplosbare verbindingen AgCl en Ag2CrO4. Leid hieruit een verband af tussen de oplosbaarheid en het oplosbaarheidsproduct voor stoffen met een verschillende formule wat betreft het aantal ionen die per mol kunnen geleverd worden.
- De oplosbaarheid van een stof kan beïnvloed worden door het toevoegen van een gemeenschappelijk ion. Ba(IO3)2 is een weinig oplosbare verbinding. Bereken [Ba2+] in een verzadigde oplossing van Ba(IO3)2 en bereken daarna [Ba2+] in aanwezigheid van KIO3
Vraag 2
- Er wordt aangenomen dat een reactie aflopend is als Kev > 108. Leid Kev af voor de oxidatie van ijzer(II)-ionen door cerium(IV)-ionen. Welk besluit kan je trekken uit de berekening van deze Kev?
- Schets de titratiecurve van de cerimetrische titratie van 100ml Fe2+ 0,1M met Ce4+ 0,1M waarbij de reductiepoteniaal van het systeem wordt uitgezet in functie van het toegevoegde volume reagens. Bereken deze titratiecurve bij toevoegen van 0,00ml, 10,0ml, 100ml en 110ml titrans.
Vraag 3
- Leg de kwantitatieve bepaling van Cl-ionen uit aan de hand van de methode van Volhard waarbij men KSCN als titrans zal toevoegen. Staaf je antwoord met de juiste reactievergelijkingen. Hoe zal men het eindpunt van de titratie kunnen volgen? Schets bovendien een schema hoe men de berekening kan uitvoeren in normaliteit.
Reeks 2A
Vraag 1: Oplosbaarheid van een stof wordt beïnvloed door pH, leg rechtstreekse en onrechtstreekse invloed van pH uit a.d.h.v voorbeelden magnesiumhydroxide en calciumoxalaat. Staaf je antwoord met de nodige berekeningen.
Vraag 2: Bereken en maak titratiecurve van AgNO3 en NaCL. (type MZ) Voor 0 ml, 90ml, 100ml en 110 ml. Bereken ook telkens pcl. Leg a.d.h.v kwalitatieve schets uit, wat de invloed van de concentratie op de oplosbaarheid is.
Vraag 3: Titratie van KMNO4 en Fe²+.. Leid K'ev af voor deze titratie en toon de afhankelijkheid van de volledigheid van de redoxreactie in functie van de pH aan.
Oefeningen
- molaliteit, molfractie en molariteit berekene enzo...
- pH-berekening van een amfoliet (met de afleiding zelf op te schrijven)
- redoxoef... (Kev bereken en dan Esysteem en Eev en Esysteem en daarbij ook de verschillende concentraties van een metaalion.)