2013 juni examen
Oefeningen
a)Oefening op mengsels, molaliteit, molariteit, normaliteit, dichtheid, m%, molfractie.
b)Polyzuren: je hebt een oplossing van NaH2PO4 en Na2HPO4.
... ml oplossing reageert met ...ml NaOH (pH=gegeven) tot het eerste EP. .... ml oplossing reageert met ...ml HCl (pH=gegeven) tot het eerste EP.
-Bereken M van NaH2PO4 en Na2HPO4 - Bereken de pH van de oplossing
c) Potentiaalverschillen, tekening is gegeven met Cu2+/Cu & Ag+/Ag , c Cu2+ en c Ag+.
- Welke kant gaan de elektronen op? - Bereken Esysteem - Welke zijn de concentraties van Ag+ en Cu2+ bij evenwicht?
Theorie
Vraag 1 Oplosbaarheid onder invloed van pH. Leg de rechtstreekse en onrechstreekse invloed uit. Toon dit aan met Mg(OH)2 en calciumoxalaat.
Vraag 2 a) Titratie van 100 ml NaCl 0,1M met AgNO3 0,1M
Bepaal de pCl bij het toevoegen van het 0 ml titrans, 90 ml titrans, 100 ml titrans en 110 ml titrans
Teken hierbij de titratiecurve van pCl in functie van het aantal toegevoegd volume titrans.
b) Welke invloed heeft een verdunning op de titratiecurve van pCl in functie van het aantal toegevoegd volume. Maak een kwantitatieve schets.
Vraag 3 Redoxreactie van Fe2+ met KMnO4 , hier heeft de pH ook een invloed. Leid de Kev' af + geef de volledigheid van de redoxreactie sterk afhankelijk is in functie van de pH.